Met behulp van een warmtepomp kan in de bodem opgeslagen zonne-energie worden onttrokken en gebruikt om uw huis te verwarmen. Dat gaat als volgt.
Vanaf de eerste dagen van de lente, als het aardoppervlak begint te ontdooien, tot hoog zomer, als de stralen van de middagzon diep in de bodem dringen, wordt ondergrondse warmte opgebouwd. Als in de herfst de bladeren vallen, is er genoeg energie in de bodem opgeslagen om uw huis ook tijdens een extreem koude winter te verwarmen. Een warmtepomp houdt deze natuurlijk ontstane warmte vast en verhoogt deze temperatuur. Ook als de zomer nat en koel is, kan de warmtepomp nog steeds voldoende energie opleveren om een comfortabele binnentemperatuur te handhaven. Als het in uw huis op een bepaald moment te warm wordt, kan hetzelfde systeem voor koelen worden gebruikt. Door ondergronds een lagere temperatuur (tussen 4 en 12 graden) aan te trekken, worden ook bij passieve koeling de eigen bronnen van de natuur benut – maar dan voor koelen in plaats van voor verwarmen.